We kiezen voor de Spaanse enclave Melilla, omdat daar een veiige haven is om de boot achter te laten als we in Marokko Fes willen bezoeken. Ook is de haven prettig geprijsd, metdag 6 euro. We blijven hier tot 2 juli hangen. We bezoeken van hieruit Marokko, maar de eerste week wachten we tot het einde van de Ramadan. Melilla is zeker de moeite waard, het ademt de sfeer van Parijs, maar dan met een mix van europese en arabische cultuur. Er zijn ook interessante musea en ook de arabische wijk is leuk met markt en goede groentenwinkels.
In de haven liggen we naast een engelsman, die hier al 2 jaar ligt. Zijn boot was een copie van de Spray van Joshua Slocum ! . Van hem kregen we vele tips over de stad. Hij past ook op onze boot als we weg zijn.
Op 27 juni gaan we naar Fes. Op advies van de engelsen hebben we 2 nachten gereserveerd in het Ibis hotel in Fes, vlak bij het station, achteraf een goede keus. We gaan met de bus naar de grens, waar we veel te vroeg aankomen, omdat in Marokko de klok 2 uur terug staat vanwege de ramadan, die toch al voorbij is. Het passeren van de grens is net alsof je vroeger de oostduitse grens passeerde. Je moet vooraf een formulier invullen, en dan krijg je een stempel in je pas na controle. Het formulier kun je alleen in het hokje van de stempelaar krijgen (gratis) of bij een van de rondhangende mannetjes, maar die willen er aan verdienen. Eenmaal over de grens zijn we met een grand taxi naar het station van Nador gegaan en vandaar 6 uur met de trein naar Fes, waar we rond 19.00 aankwamen. Het Ibis blijkt prima en ook het restaurant is redelijk. De volgende dag met een petit taxi naar de Medina. De rit kost 20 dirham, 2 euro, maar eind van de dag neemt de taxi terug een veel snellere weg en kost de rit de helft. Dus voortaan eerst de rit op maps uitzoeken de chauffur laten zien hoe je wilt rijden. Taxichauffeurs op de hele wereld zijn hetzelfde, een belangrijk deel is niet echt betrouwbaar.
We hebben een zeer interessante dag gehad en veel gezien. In de ochtend met een gids en s’ middags zijn we zelf op pad gegaan. Als je een beetje puzzeld en niet te kleine steegjes pakt kom je er wel uit. Daarnaast gebruiken we de app “maps.me” , die werkt ook zonder internet.
De dag daarop naar Meknes met de trein, we hebben de kaarten al de avond van te voren gekocht. Je krijgt trouwens in de trein een eigen plaats toegewezen, wel makkelijk dan heb je in ieder geval een zitplaats. Met de trein is het een uurtje naar Meknes. Deze plaats heeft een andere sfeer en de medina vinden wij prettiger, geen opdringerige gidsen en aardige mensen. Antoinette liet haar tasje maken bij de kleermaker en moest moeite doen om iets te mogen betalen ervoor.
De volgende morgen weer terug naar Melilla, dus weer 6 uur treinen. Het laatste stuk is echt een beetje beangstigend, omdat bij ieder station asielzoekers illigaal op de trein springen en je niet weet wat ze verder doen als ze in de trein rondlopen. Uiteindelijk veilig weer terug op de boot en we kijken terug op een leuke en interessante reis.
Op zaterdag nog inkopen gedaan en zondagmorgen vertrokken naar Al Hociema 68 nm verder naar het westen. Een mooie zeiltocht, maar de latste 2 uur nam de oostenwind toe tot 7/8 , niet echt leuk meer en met alleen een half ingerold fokje stoven we de haven binne, waar we door een aantal havenautoriteiten weren verwelkomt, de douane, de politie, de emigratiedienst en de havenmeester. Weer veel formulieren en gedoe. De haven is wel netjes , maar sanitaire voorzieningen zijn compleet uitgeleefd en kapot, met toch een havengeld van 19 euro en dat voor Marokko. De volgende dag de stad bezocht, waar wel een dreigende sfeer is met de vele politie met gepantserde auto’s. De week ervoor zijn er opstandjes geweest. DE overdekte markt is echter erg leuk en we voelen daar geen dreiging. Als we teruglopen door een buitenwijk wel, en groep jongeren is de politie aan het jennen.
Op zaterdag nog inkopen gedaan en zondagmorgen vertrokken naar Al Hociema 68 nm verder naar het westen. Een mooie zeiltocht, maar de latste 2 uur nam de oostenwind toe tot 7/8 , niet echt leuk meer en met alleen een half ingerold fokje stoven we de haven binnen, waar we door een aantal havenautoriteiten weren verwelkomt, de douane, de politie, de emigratiedienst en de havenmeester. Weer veel formulieren en gedoe. De haven is wel netjes , maar sanitaire voorzieningen zijn compleet uitgeleefd en kapot, met toch een havengeld van 19 euro en dat voor Marokko. De volgende dag de stad bezocht, waar wel een dreigende sfeer is met de vele politie met gepantserde auto’s. De week ervoor zijn er opstandjes geweest. De overdekte markt is echter erg leuk en we voelen daar geen dreiging. Als we teruglopen door een buitenwijk wel, en groep jongeren is de politie aan het jennen.
De volgende morgen met veel gedoen aan formaliteiten en een complete bootdoorzoeking vertrekken we naar Jebha, wat een leuke haven met vriendelijke havenmeester moet zijn volgens de Pilot . Als we er rond de middag aankomen, mogen we niet aanleggen. Het is een vissershaven en hoewel half leeg worden we geweigerd. Dat betekend dat we door moeten naar Smir waar we dan midden in de nacht aan moeten lopen. Nu daar hebben de heren geen boodschap aan. Dat is wat anders als een leuke haven. We gaan door naar Smir, waar we midden in de nacht aankomen. Gelukkig een goede haven denken we , maar ook hier weer paperassen gedoe en paspoortstempels halen. Als we de volgende morgen wakker worden zien we een troosteloze lege marina die slecht onderhouden is. Deze haven zou ook superveilig zijn, maar ook dat is absoluut niet zo. Overdag zijn er genoeg mensen zodat je de boot een aantal uren kunt achterlaten, maar ‘s avonds lopen er te veel ongure types rond en de haven is nog niet eens goed omheind. Wij bezoeken Tetouan, waarbij je moeite moet doen om de havengids Ahmed van je af te schudden. De havenmeester wil hem al voor je bellen en als we een taxi nemen vanuit de haven (afdingen van 150 tot 100 Dirham)blijkt dat de taxichauffeur ook in het complot zit. We worden in de taxi gebeld en als we hem afwimpelen, springt hij vlak voor het einde van de rit in de taxi. We neen hem niet en komen er zelf ook wel uit. Deze medina is de meest viese die we tot nu toe hebben gezien. En begin van de middag gaan we weer terug via M’diq wat een leuke badplaats blijkt te zijn. We bekijken ook de jachthaven, die gespert blijk door een bezoek van de koning. We maken op de terugtocht op de terugtocht gebruik van grand taxis en zijn maar 50 dirham kwijt.
Ook in deze haven, de “beste” van Marokko aan de MED slecht werkende douches, en weer veel papiergedoe om weg te kunnen. Alleen de prijs om er te liggen is wel hoog meer dan 25 euro.We vertrekken op 6 juli naar Ceuta. Het laatse stuk wordt spannend want vlak voor Ceuta staak een flinke zee en we motorzeilen al vissermannend als de motor weer gaat haperen. Gelukkig houden we hem aan de praat en lopen veilig binnen. Nu maar weer de brandsoffilters nakijken en nu blijkt het voorfilter volledig te zijn verstopt met plastic achtig spul. We denken dat we te veel MAR 71 ( bacteriendoder) hebben toegevoegd om de bacterien te weren, want in Maart nog de tank volledig schoongemaakt. Het blijft een ellende met biodiesel. Ceuta is wel aardig maar niet te vergelijken met Melilla. Daarnaast is de haven veel duurder ( 37 euro) . We blijven er tot zondag 9 juli, als we oversteken naar Gibraltar met toch weer af en toe 40 Kn wind, maar wel uit een goede richting. We liggen weer in Marina Alcadaica en dus weer op bekend gebied.
Al met al een leuke ervaring, maar ontzettend opletten. Daarbij, we gaan nooit meer met de boot naar Marokko, daarvoor is de “ vaarervaring “ te slecht, niet voor niets komt er dan ook bijna geen enkel jacht vanuit de MED in Marokko.
de vesting van Melilla |
een van de vele mooie gebouwen in Melilla |
De haven van Melilla |
De poort van de medina in Fes |
in het museum van Fes |
Het transportmiddel in de Medina |
De leerlooierrij |
Indruk van de Medina in Fes |
de moderne Medina |
Linnen weven |
Aardewerk in Meknes |
Al hociema, een compleet lege marina |